Ondernemer Centraal maart 2020

Hbo-stages in onder meer ICT, HRM of Bedrijfskunde, studenten hoeven er de Noordoostpolder niet voor uit. “Zorgen voor naamsbekendheid, is dan ook onze eerste prioriteit”, zeggen de ‘founding fathers’ van Innovatiecluster Noordoostpolder. “We mogen ons best op de borst slaan, want we hebben hier mooie bedrijven.”

Het cluster van acht bedrijven in de maakindustrie is in november vorig jaar van start gegaan. Gedreven door de krappe arbeidsmarkt en de omslag naar de industrie 4.0 waar nieuwe technologieën centraal komen te staan. De bedrijven werken samen om van elkaar te leren en elkaar te versterken, maar ook om als geheel de maakindustrie in Noordoostpolder te promoten als innovatief en dus aantrekkelijk om in te werken. “Overal waar ik kom noem ik dit cluster”, zegt Margriet Bouma, regiosecretaris van de Koninklijke Metaalunie. “Als relatieve buitenstaander vind ik het bijzonder hoeveel tijd en energie de ondernemers er met elkaar in steken, ieder vanuit een intrinsieke ambitie.” Dat is volgens haar ook de basis van succes. “Het hangt niet van subsidies aan elkaar, maar de bedrijven blijven zelf trekker op de thema’s. Iedereen heeft er daardoor ook een heel groot belang bij.”

Werkgelegenheid
Eerste speerpunt is boeien en binden. “Daar gaan we ons de komende jaren op focussen”, zegt Gerard van de Guchte van Suplacon, “We willen dit gebied stevig op de kaart zetten, zodat studenten weten dat hier veel te halen valt”. Rik van Hees van VHM vult aan: “Het gaat ook om bewustwording dat een stage in een maakbedrijf niet alleen maar zagen of boren is, maar dat hier ook hightech-problemen worden opgelost.” De industrie biedt dus ook stageplekken die niet direct met staalproducties verband houden. “Dergelijke functies zijn niet van de laatste tijd”, zegt Simon van den Hengel van TCM, “die waren hier al en nemen steeds meer toe. Het is belangrijk dat we dat goed uitdragen”.

Praktijkcentrum
Bouma wijst daarnaast op de verbinding met het basisonderwijs en middelbaar onderwijs. “De hele onderwijskolom kun je op deze manier veel beter in kaart brengen en erop aansluiten. Zo zijn we aangesloten op sterk techniekonderwijs voor het vmbo, met goede doorstroom naar het mbo. En het cluster wil een gezamenlijk praktijkcentrum ontwikkelen voor functiegericht opleiden en on-the-job praktijktrainingen bij de bedrijven.” Ook kan het praktijkcentrum gebruikt worden om de instroom van jongeren in de techniek te bevorderen. Van de Guchte: “Jongeren enthousiast maken voor de techniek gebeurt niet door ze op een vmbo te laten kijken. Dan moeten we ze ook echt in onze bedrijven rondleiden”. Van Hees en Van den Hengel beamen tegelijk: “In de ROC’s staan nog de machines die er in onze tijd al stonden. Als je kijkt hoe snel de sector en de markt veranderen, dan moet je nu al gaan denken over functies die over tien jaar pas bestaan. De theoretische leerweg blijft een taak van de scholen, maar de praktijkopleiding zul je meer naar de bedrijven moeten halen.”

Kenniskringen
Bij binden denken de ondernemers ook aan het collectieve belang. “Concurrentie kan een valkuil zijn”, zegt van Hees, “maar als bedrijven hier goed samenwerken en op een hoog peil produceren, dan hebben we de rest van de wereld niet nodig”. De concurrentie is wellicht het grootst op de arbeidsmarkt, “maar ook daarin zijn afspraken gemaakt”, zegt Bouma, “uiteindelijk bepaalt iedereen zelf waar hij werkt”. Van den Hengel: “Wat telt is dat we de mensen en daarmee de kennis hier binnen het cluster houden”. Die kennis wordt bovendien gedeeld in kenniskringen, waarin delegaties bij elkaar in het bedrijf kijken. “We hebben allemaal verschillende expertises en niet overal zit evenveel expertise, dus we kunnen veel van elkaar leren.”

Voor meer informatie over Innovatiecluster Noordoostpolder:
Roy van Enkhuijzen