Henriëtte Meun en Nicole Kuiken (foto: Evelien Fotografie)
Henriëtte Meun en Nicole Kuiken (foto: Evelien Fotografie)

De komende vijf jaar gaan veel huisartsen in de Noordoostpolder met pensioen. En opvolgers zijn er niet of niet voldoende. Terwijl veel huisartsen hier nu al een patiëntenstop hebben. Reden genoeg voor het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), Medrie, Zilveren Kruis, de gemeente Noordoostpolder en de gevestigde huisartsen om Polderdokter.nl in het leven te roepen. Met deze nieuwe Opleiding in de Regio zijn huisartsen tijdens hun opleiding verzekerd van stages in deze regio.

Een goeie zaak, vinden huisartsen Henriëtte Meun (35) en Nicoline Kuiken (36) van de kersverse Huisartsenpraktijk Suydersee in Emmeloord. Meun: ‘Want daardoor hoef je niet, net zoals wij, de ene stage in bijvoorbeeld de Noordoostpolder te doen en de andere twee in Deventer en Emmen. Dat scheelt veel reistijd en levert dus meer tijd op voor je gezin.’
De huisartsenopleiding is een specialisatie na de studie geneeskunde en duurt drie jaar. In het eerste jaar loopt de huisarts in opleiding stage bij een praktijk, in het derde jaar ook. Het tweede jaar moet dat in een verpleeghuis, GGZ-instelling en op de spoedeisende hulp.
‘Doordat je bij Polderdokter.nl verzekerd bent van stages hier in de Noordoostpolder, kun je je hier vestigen en het gebied goed leren kennen. En we weten dat dokters vaak blijven in het gebied waar ze zijn opgeleid’, legt Kuiken uit.

Zeven huisartsen nodig
De campagne Polderdokter.nl moet in totaal zo’n zeven nieuwe huisartsen opleveren voor de Noordoostpolder, stellen de twee. ‘Er zijn er inmiddels al drie begonnen aan de opleiding’, weet Meun.
Hoe kan het toch dat jonge huisartsen de Noordoostpolder links laten liggen? Kuiken: ‘Wij vallen hier altijd net een beetje buiten de boot. We zitten net te ver weg van de Randstad, waar een overschot aan huisartsen is. Veel mensen die dit gebied niet kennen, hebben een wat vertekend beeld van de polder, denk ik.’
En het runnen van een eigen praktijk heeft ook niet zo’n goed imago, zegt Meun. ‘Jonge huisartsen van nu willen niet vastzitten, vinden die verantwoordelijkheid te zwaar. Ze zijn liever waarnemend huisarts, die overal inspringt. De werkdruk schrikt ze misschien ook af. Terwijl je juist als praktijkhoudend huisarts het vak zo kunt maken als je zelf wil.’
Kuiken: ‘Dat is de reden dat wij wél een eigen praktijk wilden: dat ondernemerschap. Je kunt je werk zo indelen als je zelf wil. En naast de patiëntenzorg ben je ook verantwoordelijk voor de financiën, het management en het personeel. Dat vinden wij juist leuk om te doen, dat maakt het afwisselend en ook heel leerzaam.’

‘Je hebt hier alle ruimte’
Zij vindt het ook fijn wonen in de polder met een jong gezin. ‘Je hebt hier alle ruimte, de huizen zijn betaalbaar en er is nog kinderopvang. Je kinderen groeien hier heel fijn op. Bovendien: je zit hier overal dichtbij. Je bent zo in Groningen of Amsterdam, als je wilt. Dit is geen uithoek of zo.’
Meun vindt de polderpatiënt echt een pluspunt. ‘Die maakt de praktijk. Je hebt hier zoveel verschillende mensen wonen, met elk weer een andere culturele achtergrond of een ander opleidingsniveau.’ Kuiken: ‘Geen kwartier is hetzelfde in onze praktijk, dat is leuk.’
Meun: ‘Bovendien heb ik door het runnen van een eigen praktijk de tijd en ruimte om mijn patiënten echt te leren kennen. Je loopt een heel stuk van hun leven met ze mee, dat vind ik mooi. En je bent meer bezig met hun welzijn in het algemeen, in plaats van alleen met de klacht waar ze mee komen.’

Huisartsenpraktijk Suydersee
Meun, die oorspronkelijk van Urk komt, en Kuiken zijn in januari begonnen met Huisartsenpraktijk Suydersee. Daarvoor werkte Meun als huisarts in opleiding bij ‘buurman’ dokter Schaafsma, Kuiken groeide op in een Emmeloords huisartsengezin en ging in 2020 aan het werk in de praktijk van haar ouders.
Zij en Meun willen graag opleider worden voor Polderdokter.nl. ‘Daar hebben we hier in ons pand aan de Urkerweg geen plek voor. Maar als straks gezondheidscentrum Het Vlie er is, gaan we dat zeker doen.’