Twee ‘aanpakkers’ met een eigen kijk op het ondernemerschap en de wereld waarin zij ondernemen. Wat drijft hen? Waar zien ze kansen en hoe weten ze die te pakken? Welke moeilijkheden komen ze tegen en hoe bieden ze die het hoofd? In deze editie gaan we In gesprek met ondernemer Martin Daniëls en Philip Makkink van het ondernemende Natuurmonumenten over de plannen voor een Fletcher Hotel bij het Waterloopbos.
Een hotel pal naast het zo geliefde, rustige Waterloopbos. Best een spannend plan, of niet?
Martin: ‘Misschien wel. Maar mijn vrouw en ik vonden het de moeite van het proberen meer dan waard. Ons Dyntes Tech Park aan de Voorsterweg kwam maar niet vol met huurders. We hadden het buitenterrein helemaal opgeknapt, een nieuwe naam bedacht en er veel publiciteit aan gegeven met het idee: nu komen de bedrijven wel. Maar we konden lang wachten, ze kwamen niet.
En toen?
Martin: ‘Toen we een jaar of vier geleden bij Netl een presentatie bijwoonden van Natuurmonumenten over de waarde van het Waterloopbos en hoe die club daar meer bezoekers naar wilde trekken, wisten mijn vrouw en ik opeens wat we moesten doen met het tech park: er moest een hotel van worden gemaakt.’
En daar stond Natuurmonumenten meteen voor te juichen?
Philip (lachend): ‘Nou, wij juichen niet zo snel bij nieuwe plannen. Daar zijn we vaak wat terughoudend mee. Maar we snapten natuurlijk wel heel goed de behoefte aan toerisme en recreatie op die plek. Als het maar past in de omgeving en bij de bezoekers van het Waterloopbos.’
Martin: ‘En dat doet ons plan. De buitenkant van het gebouw blijft namelijk nagenoeg hetzelfde. Er komen wel bijvoorbeeld wat mooiere raampartijen in, die zorgen voor meer verbinding met de prachtige natuur buiten. Maar zoals het nu is, zo blijft het.’
Hoe zien de plannen voor het hotel er verder eigenlijk uit?
Martin: ‘Er komen 112 hotelkamers in het gebouw inclusief een schitterende bruidssuite. Fletcher Hotels gaat het runnen, met de exploitatie hebben wij straks niets te maken. Zij zorgen ook voor de look & feel van binnen. Wij zijn verantwoordelijk voor de hardware van het viersterrenhotel en ik ben daarna alleen nog de eigenaar van het gebouw.’
In hoeverre past dat bij de doelstellingen van Natuurmonumenten?
Philip: ‘Voor ons is de komst van het hotel een goede ontwikkeling, omdat wij graag meer bezoekers van buiten de polder naar het Waterloopbos willen trekken. Die doelstelling wordt ook vastgelegd in de Gebiedsvisie Waterloopbos, die nu nog in de maak is bij de gemeente Noordoostpolder. En daar past het hotel ook prima in. Nu nog is het gros van de bezoekers afkomstig uit de regio, maar in de toekomst zal er ook een ander publiek naar het bos komen. Publiek dat bijvoorbeeld ook geïnteresseerd is in erfgoed en waterkunde. Het is natuurlijk hartstikke mooi dat bezoekers van het Waterloopbos straks een nachtje hotel kunnen boeken.’
Want wat levert dat Natuurmonumenten dan concreet op?
Philip: ‘Dat we door meer bezoekers, meer inkomsten zullen krijgen. Bijvoorbeeld door onze excursies, een kiosk en de horeca. En dat geld komt weer ten goede aan het Waterloopbos. Want met dat geld kunnen we het nog mooier maken dan het al is.’
Nóg mooier?
Philip: ‘Ja, nóg mooier inderdaad. Dit jaar wonnen we al de European Garden Award met het Rijksmonument Waterloopbos en het kunstwerk Deltawerk// dat daar werd gebouwd door kunstenaars Ronald Rietveld en Erick de Lyon. Daardoor komt het bos meer en meer in de belangstelling te staan en dat is meer dan terecht.’
Wordt het Waterloopbos dan straks een hotspot met massa’s toeristen?
Philip: ‘Nee, dat willen we als Natuurmonumenten natuurlijk niet. De bezoekersstromen mogen groter, maar niet te groot. Daar zoeken we altijd een balans in. En ik verwacht dat we daar met de komst van het hotel ook niet bang voor hoeven te zijn.’
Martin: ‘Nee, dat denk ik ook niet. Maximaal gaat het om 220 gasten per dag. En bewoners van de Voorsterweg -waar ik er één van ben- hoeven niet bang te zijn dat die allemaal voor hun deur langskomen. We gaan proberen dat verkeer zoveel mogelijk om te leiden via een andere route.’
Philip: ‘We moeten niet platgelopen worden natuurlijk. Daarom begeleiden we dat proces goed en zijn we steeds weer met elkaar in gesprek over de ontwikkelingen.’
Dus: blijven overleggen is het devies?
Philip: ‘Absoluut. We willen meer mensen het Waterloopbos laten beleven, maar houden de balans goed in de gaten. Bovendien; de extra bezoekers die we in de toekomst verwachten hebben -zoals gezegd- niet alleen met de komst van het hotel te maken, maar ook met de ontwikkelingen in het Waterloopbos zelf.’
Martin: ‘Als Natuurmonumenten nou faliekant tegen ons plan was geweest, dan hadden we het echt nog wel eens heroverwogen. Voor dit plan is nou eenmaal draagvlak nodig. En laten we niet vergeten dat dit hotel ook voor de rest van het toerisme in de Noordoostpolder een goede ontwikkeling is. Die profiteert daarvan mee, want we trekken hiermee meer mensen van buiten naar ons gebied.’
Proef ik daar een beetje trots?
Martin: ‘Zeker weten. Ik ben trots op ons plan, maar ook op het feit dat we een grote hotelketen als Fletcher Hotels hebben weten te strikken voor dit project. Dat is toch fantastisch?’
En wanneer kunnen we ons eerste nachtje hotel boeken?
Martin: ‘De laatste huurders moeten nog vertrekken uit het gebouw. Daarna kan de verbouwing beginnen. Als alles goed gaat, is het hotel dan eind 2022, begin 2023 klaar.’
Philip Makkink (48). Woont in Apeldoorn. Is sinds drie jaar Gebiedsmanager Flevoland bij Natuurmonumenten. Hij is verantwoordelijk voor de terreinen van de vereniging in deze provincie, zoals het Waterloopbos. Natuurmonumenten heeft ruim 760.000 leden en donateurs en steunt daarnaast op vrijwilligers en partnerbedrijven
Martin Daniëls (60). Geboren en getogen als boerenzoon aan de Voorsterweg bij Marknesse. Begonnen als akkerbouwer, werd in 2005 eigenaar van het Geomatics Business Park, vlakbij het Waterloopbos. Toverde dat om tot een bedrijfsverzamelgebouw genaamd Dyntes Tech Park, maar besloot het wegens gebrek aan voldoende huurders te verbouwen tot een hotel. Dat moet eind 2022/begin 2023 klaar zijn. Heeft daarnaast twee locaties voor huisvesting van arbeidsmigranten in de Noordoostpolder.