Een kantoorpandje in het centrum, hectares akkerbouwgrond of je eigen keukentafel: iedereen heeft zijn eigen werkplek. In de rubriek Hier werk ik komt in elke editie van Ondernemer Centraal iemand aan het woord die vertelt waarom zijn werkplek zo uniek is.
Adriaan van Eerdt (Eigen foto: Pats Ongediertebestrijding)
Vertel, wie ben je?
‘Adriaan van Eerdt, 70 jaar en met mijn maat Dick van Leeuwen ben ik na mijn pensionering begonnen in de ongediertebestrijding. Met zeven mensen vormen we Pats! Plaagdierbestrijding. Hiervoor was ik pioenrozenkweker en daarvoor heb ik allerlei andere dingen gedaan.’
Hoe ziet jouw werkplek eruit?
‘De ene keer zit ik op het dak om een wespennest weg te halen, de andere keer ben ik onder de vloer op zoek naar muizen of ratten. Wespen waren dit jaar erg, er waren dagen bij dat we tussen de 30 en 50 nesten per dag verwijderden. Kan ook zijn dat ik op het veld van een boer ben om mollen te bestrijden. Bij zo’n 500 gebouwen komen we met regelmaat om in de gaten te houden of er geen overlast ontstaat van plaagdieren. We komen op de smerigste zolders en in de schoonste gebouwen.’
Wat was je meest bijzondere werkplek
‘Ik vind alles een sensatie. We onderhouden bijvoorbeeld gemeentegronden in de Noordoostpolder, zoals kerkhoven. Daar kan een wespennest zitten onder een grafsteen of mollen zorgen voor overlast. Maar zo’n omgeving vind ik prachtig om aan het werk te zijn. We komen ook in ’t Kuinderbos, bijvoorbeeld om een hoornaar weg te halen die paarden aanvalt. En we worden opgehaald met een bootje, omdat we naar een huisje in Kalenberg of Ossenzijl moeten om houtworm te bestrijden.’
Hoe smerig kan jouw werkplek zijn?
‘Wat ik heel confronterend vind is als het bij mensen zo vies is, dat de ratten bij wijze van spreken mee televisie zitten te kijken. Echt, we maken wel eens mee dat het nog smeriger is dan wat je soms op televisie ziet. Of dat iemand ’s ochtends zijn dekbed uitklopt en dan een half kopje muizenkeutels opvangt. Bedwantsen zijn ook verschrikkelijk, die komen steeds vaker voor door de opwarming van de aarde. Dat is de lastigste insect die we hebben.’
Wat is dan onmisbaar op je werkplek?
Mijn bus met al mijn materialen. Voor bedwantsen heb je een stoomapparaat nodig, waarmee je werkelijk alles in een ruimte verhit om die beestjes en hun eitjes te doden. Verder heb ik altijd rattendozen, mollenklemmen en gif bij me. Maar er is meer nodig. Ook de psychische begeleiding van klanten is belangrijk. Eigenlijk drinken we overal een bak koffie. Dan horen we de verhalen over hoe het zo is gekomen en kunnen we uitleggen hoe ze de plaagdieren kunnen weghouden.’
Je krijgt gewoon al de kriebels als jij over al die vervelende insecten en plaagdieren vertelt. Kriebelt het bij jou wel eens?
‘O ja, hoor. Weet je wat smerige beestjes zijn? Kattenvlooien, die jeuken verschrikkelijk. Of bloedluis. Kippen hebben die soms, van die minuscuul kleine luisjes, maar daar kun je een kriebel van hebben. Dan is het even douchen, wat ik als eerste doe als ik thuiskom, en dan ben je ze ook zo weer kwijt. We moeten ook weer niet te bang zijn voor de natuur.’