Voor veel ondernemers is het een goede gewoonte om in de laatste weken van het jaar ‘de balans’ op te maken. ‘Gesloten vanwege balansen’, stond dan op de winkeldeur. Het personeel ging met een turflijst het magazijn in en telde de boutjes, moertjes, schroefjes en dergelijke die nog aanwezig waren.

Zo werd gecontroleerd of de boekhouding klopte. Ook kwam men weleens materialen tegen, geleend van een collega, maar per ongeluk nog niet teruggebracht.

De gemeente maakt zo nu en dan ook de balans op. We controleren of de hoeveelheid beschikbare grond overeenkomt met wat in de boeken staat. Ook hier kloppen de gegevens niet altijd met de werkelijkheid; de gebruiker van de grond blijkt dan niet de eigenaar. Een lastige constatering… Er zijn genoeg redenen te verzinnen waarom het zo is. Meestal vanuit de gedachte: “Niemand heeft er toch last van”, of misschien zelfs wel omdat het er beter van wordt.

Gebruikers leggen een tuin aan, plaatsen een hek of een reclamebord. Zoals ik eerder schreef, vind ik dat een lastige constatering. Want wij kunnen het als gemeente niet zo laten. Ik hoor u denken: “Waarom dan niet?” Dat is omdat er een gebruikssituatie ontstaat, die als je niet oplet overgaat in een vermeende eigendomssituatie. En om te voorkomen dat gemeentegrond door verjaring ‘om niet’ in eigendom komt van de gebruiker maken we nu een inventarisatie. We brengen in kaart hoe en wanneer deze situaties ontstaan zijn. Natuurlijk gaan we kijken of het gebruik onder voorwaarden voortgezet kan worden. Denk aan verhuur of verkoop van de grond.

Zodra de inventarisatie is afgerond, gaan onze medewerkers met de ondernemers in gesprek over hoe we samen ‘schoon schip’ kunnen maken. Denkt u na het lezen van deze column: “Dat speelt ook bij mij”, dan nodig ik u alvast uit om contact op te nemen met onze accountmanagers. Zo kunnen we samen de balans opmaken.

Wiemer Haagsma
Wethouder Handhaving