Arjan (links) en Dirk Beuling
Arjan (links) en Dirk Beuling

Om maar met de deur in huis te vallen: het lijkt me geen pretje om boer te zijn in deze tijd. 
Arjan: ‘Het wordt ons wel wat moeilijk gemaakt, ja. Met alle nieuwe regels die eraan zitten te komen, lijkt het soms bijna onwerkbaar. En de consument heeft ook al niet zoveel vertrouwen meer in ons.’
Dirk: ‘Klopt, het zijn moeilijke tijden voor de boer. En dan heb ik het niet over stikstof, want dat is voor ons als akkerbouwers niet eens het grootste probleem. Wij zien meer op tegen de nieuwe Europese regels die in 2023 worden ingevoerd. Ze trekken daarin één lijn voor zoveel verschillende grondsoorten. Dat kan niet goed gaan.’

Over wat voor regels hebben we het dan?
Dirk: ‘Het gaat om het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) 2023 en het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Doel hiervan is onder meer om de biodiversiteit te vergroten en de hoeveelheid nitraat in het oppervlakte water te verlagen door nóg minder gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen te gebruiken en anders te telen.’
Arjan: ‘Volgend jaar moet dat ingaan en dat baart ons wel zorgen. Waarom? Nou bijvoorbeeld om dat we voorheen wat meer mestruimte kregen als we na tarweteelt een groenbemester laten groeien. Maar dat gaat eraf. Een probleem, want de groei van ons gewas vermindert daardoor en je krijgt meer onkruid.’
Dirk: ‘Nog een voordbeeld: je mag volgens de nieuwe regels ook pas ploegen na 1 december, maar wij doen dat liever op het moment dat wij denken dat het nodig is. Als boeren ben je altijd afhankelijk van het weer, je kunt dat niet van tevoren vastleggen. Als ze deze regels doorzetten, moeten wij dus ploegen op een moment dat het in onze ogen helemaal niet goed is.’
Arjan: ‘Wij doen nooit zomaar iets, alles wat we doen is met een reden. Of het nou gaat om gewasbeschermingsmiddelen, beregenen of ploegen; daar wordt over nagedacht. Maar met deze nieuwe regels wordt ons inzicht min of meer buiten spel gezet.’

En wat heeft dat nieuwe beleid voor consequenties, denken jullie?
Arjan: ‘Even los van dat de nieuwe maatregelen volgens ons helemaal niet beter zijn voor de natuur -want de bodem wordt met die nieuwe ploegregel bijvoorbeeld alleen maar schraler- verliezen we veel inkomsten. De Brancheorganisatie Akkerbouw heeft aangetoond dat het inkomen van een gemiddeld akkerbouwbedrijf volgende jaar daalt met 40.000 euro.’
Dirk: ‘Wij hebben onze wintertarwe al ingezaaid. Volgend jaar geldt de regel dat er 3 meter sloot vrij moet worden gehouden. Gelukkig hadden wij daar al rekening mee gehouden, maar je kunt je wel voorstellen wat voor verlies dat oplevert voor boeren die dat niet hebben gedaan.’

Is het nog wel zo leuk, dat boerenbestaan?
Dirk: ‘Al die regels die steeds weer veranderen, dat maakt het lastig ondernemen. Maar mijn liefde voor de agrarische sector blijft bestaan. Het buiten werken, de vrijheid, het werken met prachtige machines en levend product; ik geniet daarvan. Ik ben ook nog altijd ontzettend gelukkig als een oogst is geslaagd.’

Dat plezier is aanstekelijk, blijkbaar. Arjan heeft besloten om jou straks op te volgen. 
Arjan: ‘Ja, want ik zie echt nog wel een toekomst voor de landbouw. Mensen moeten blijven eten, dus boeren blijven nodig. En ik vind het werk ook gewoon heel leuk. De truc is denk ik om die waslijst aan regels niet te zien als bedreiging. Ik probeer toch altijd nog kansen te zien en mee te bewegen.’

Wat voor kansen bijvoorbeeld?
Arjan: ‘Er zijn altijd ontwikkelingen in onze branche. Zo wordt onderzocht of je je gewas zonder gewasbeschermingsmiddelen gezond kunt houden met veredeling. Om op die manier rassen te kweken die resistent zijn tegen bepaalde schimmels. En in andere landen zijn ze ook al ver met het veranderen van DNA in gewassen. Dat mag in Europa niet, maar wie weet wat de toekomst brengt.’
Dirk: ‘Die ontwikkelingen maken het vak ook erg boeiend. Als ik Arjan één advies mag meegeven voor zijn toekomst als boer: blijf het leuk vinden. Anders kun je er echt beter mee stoppen. Dit vak is geen beroep, maar een leefwijze.’

Nog meer vaderlijk advies voor je opvolger?
Dirk: ‘Jawel, maar ik ben nog lang niet weg hè? Als ik dan toch iets mag meegeven alvast: de klimaatverandering en de personeelstekorten zijn wel steeds groter wordende uitdagingen waar we ons op moeten voorbereiden. Het wordt vooral lastig om tijdens de oogst goed gekwalificeerd personeel te vinden. En we zullen steeds vaker last krijgen van grote buien en langdurige droogte.’
Arjan: ‘We zijn daar al mee bezig. Onze akkers houden we mooi vlak, zodat de bodem beter vocht kan vasthouden. En de sloten zijn op orde en schoon, zodat ze water goed kunnen afvoeren. Kijk, wij vinden als boeren natuurlijk ook dat je goed voor de aarde moet zorgen.’
Dirk: ‘Zeker weten. Met een vliegtuig de aardappels bespuiten gebeurt al lang niet meer en dat is maar goed ook.’
Arjan: ‘Maar mensen denken wel veel te snel dat wij als boeren maar wat doen en nergens over nadenken. Terwijl wij juist in onze branche ook al jaren bezig zijn met verduurzaming.’

Nog voordat het hip werd?
Arjan: ‘Dat denk ik wel ja. Boeren moeten al heel lang van zo min mogelijk zoveel mogelijk maken. We moeten voldoende goede producten leveren, met zo weinig mogelijk hulpmiddelen en verdiensten. Dat frustreert me wel eens, dat de mensen uit de stad dat niet zien.’
Dirk: ‘Hier in de Noordoostpolder valt dat nog wel mee. Maar die onwetendheid over het boerenleven heeft er wel voor gezorgd dat ik meedoe aan een programma waarbij we schooljeugd laten zien wat we hier nou eigenlijk doen. Als we de jeugd wat wijzer kunnen maken, dan hebben we de toekomst.’

Dirk Beuling (53). Woont aan de Kuinderweg in Bant. Nam in 2000 het boerenbedrijf over van zijn vader, die het jaren daarvoor weer had overgenomen van zijn schoonvader. Wist al van jongs af aan dat hij boer wilde worden. Deed eerst de middelbare landbouwschool, daarna de hogere landbouwschool. Teelt samen met zijn zoon op 115 hectare poldergrond consumptieaardappelen, suikerbieten, uien, witlof, peterselie en tarwe.

Arjan Beuling (25). Woont in Emmeloord op de boerderij aan de Espelerweg waar hij opgroeide. Wilde als kind al constant met papa mee op de trekker. Deed de hogere landbouwschool in Leeuwarden en is sinds 2019 vennoot in Beuling V.O.F., waar zijn vader medevennoot is. Teelt samen met hem op 115 hectare poldergrond consumptieaardappelen, suikerbieten, uien, witlof en tarwe. Wist zijn vader over te halen om ook peterselie te gaan verbouwen.