Ondernemer Centraal december 2018

De overheid investeert met een nieuwe subsidieregeling in sterk techniekonderwijs in het vmbo. Hoogstaand, duurzaam en nauw aansluitend op het bedrijfsleven. Het Vakcollege in Emmeloord heeft inmiddels een regio opgezet waar nog partners op aan kunnen sluiten.

Een deel van de subsidie gaat rechtstreeks naar het onderwijs. “Dat is bedoeld om achterstanden, opgelopen door vernieuwing van het examenprogramma, weg te werken”, vertelt Elizabeth de Velde, directeur van het Vakcollege. “Daarvoor moet je als school misschien wel nieuw materieel aanschaffen en docenten scholen. We zijn plannen aan het maken om dat geld, dat we al deels ontvangen hebben, zo goed mogelijk te besteden.”

Het andere subsidiedeel wordt verstrekt aan een regio met daarin tenminste twee vmbo-scholen en één mbo met een technisch profiel.
Naast het Vakcollege, nemen Berechja College Urk en ROC Friese Poort deel, waarmee wordt voldaan aan die voorwaarde.  “Bedrijven binden is geen probleem, omdat dit naadloos aansluit op andere initiatieven in de regio waarin we als vmbo, mbo en het bedrijfsleven samenwerken. Daarnaast hebben we de handtekeningen van de basisschoolbesturen in Noordoostpolder en op Urk, want daar komt onze instroom vandaan. En we hebben de beide gemeentes hierbij betrokken. Ruim tien jaar geleden werd er namelijk al gesproken over een leer- en ontdekcentrum hier ergens in de regio, bedoeld om jonge kinderen te enthousiasmeren voor techniek. Om dat te realiseren heb je ook de gemeentes nodig.”

Volgende stap voor het verkrijgen van de subsidie is een regiovisie, die moet worden ingediend voor 1 april 2019. “Hoe zorg je er voor dat je een continue instroom van jongeren in de techniek hebt? Wat is er voor nodig om techniekonderwijs op een kwalitatief hoog niveau te brengen en te houden?” Beginnend bij de inrichting van de technieklokalen, gaat De Velde verder: “Docenten zouden wel graag nieuwe machines willen. Wat we nu doen is het ROC en een paar bedrijven uit de regio laten meekijken. Is de aanvraag van zo’n dure machine, die op den duur toch weer verouderd, wel verstandig en wenselijk óf kunnen wij aanhaken bij wat het ROC of bedrijven al hebben staan? Als we machines binnen de bedrijven mogen gebruiken voor het onderwijs, kunnen de jongeren ook direct hun beroepsbeeld vormen: ‘Hoe ziet zo’n bedrijf er nu uit? Stel dat ik daar later aan het werk kom? Wat wordt er van mij gevraagd?’ Ook dat is belangrijk voor het onderwijs, dat leerlingen leren vanuit de context. Dat ze niet alleen maar een oefeningetje doen of niet weten waartoe het dient.”

De blik naar buiten, bepaalt volgens De Velde toekomstbestendig onderwijs. “Leerlingen kennis laten maken met de echte wereld vraagt om samenwerking tussen scholen en het bedrijfsleven. Het prettige daarvan is dat we wederzijds kunnen aangeven: wat verwachten we, wat hebben we nodig en hoe kunnen we elkaar vinden? Het bedrijfsleven wil graag werknemers die zij in hun bedrijf kunnen inzetten. Gekscherend zeggen bedrijven wel eens: ‘Jullie hoeven ze niet zoveel te leren, als ze maar op tijd komen, fatsoenlijk zijn en er netjes uitzien, dan leren wij ze de rest wel’. Zo eenvoudig ligt het natuurlijk niet, want wij moeten ze hier voorbereiden op hun examens, maar we moeten ook niet alles binnen het schoolgebouw willen houden. Daarom is de ontmoeting ook zo belangrijk, zodat je elkaar daar ook in vindt.”

De Velde noemt de subsidie ‘een cadeautje om alle goede initiatieven te versterken’, die er al zijn op het gebied van samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. “We moeten ons niet rijk rekenen, maar het houdt de communicatie open. Het verplicht je om aan elkaar verbonden te blijven en die samenwerking in stand te houden. Laat dit dan het cement zijn.”

Voor meer informatie over samenwerking: e.develde@vakcollegenoordoostpolder.nl