Flevoland wil in 2030 dé grondstoffenleverancier van de Circulaire Economie zijn, zo staat in de Omgevingsvisie. Recco Non Ferro in Emmeloord draagt aan die ambitie bij.

Recco Non-Ferro Metals verhuisde in 2014 van Meppel naar Emmeloord aan de Montageweg, omdat daar ruimte was. In 2015 werkten er drie mensen, nu staan er vijftien op de loonlijst en dat worden er meer, “want we willen graag uitbreiden en de productiecapaciteit verhogen”, vertelt controller Ids de Vries. Het eindproduct van afvalverbrandingsovens is voor Recco Non-Ferro Metals waardevolle grondstof. Zowel de magnetische als niet-magnetische metalen worden na verbranding van het overige afval gescheiden. Om het niet-magnetische metaal – zoals aluminium en koper, maar ook zilver en goud – de zogeheten ‘non-ferro metalen’, is het Recco Non-Ferro Metals te doen.

In de bedrijfshal lossen vrachtwagens grote grijze bergen non-ferro afkomstig van verbrandingsovens van huisafval uit heel Europa. Dit materiaal wordt vervolgens via een droog proces in de non-ferro scheidings-installatie (foto) gezuiverd. “Vorig jaar hebben we hier 24.000 ton verwerkt. Daaruit hebben we 10.000 ton aluminium geëxtraheerd en 4.000 ton zwaar metaal, waarvan zestig procent koper. Allemaal hoogwaardig materiaal, dat na omsmelting weer kan worden hergebruikt.” Van het residu dat na verwerking van de asberg overblijft, grofweg vijftig procent, wordt bij Recco Non-Ferro Metals ook bekeken of het gerecycled kan worden. “We kijken bijvoorbeeld of van zand beton gemaakt kan worden. Dat is niet zonder meer zo, want het komt overal vandaan en is dus niet constant van kwaliteit. Maar wat geschikt is, verkopen we aan betoncentrales.”

Aanjagen ketenvorming

De ambitie van de provincie om per 2030 de grondstoffenleverancier te zijn voor Nederland en misschien zelfs voor Europa, is volgens Michel Visser, adviseur circulaire economie van de provincie, niet te hoog gegrepen. “We hebben hier al veel grondstoffen zelf. Kijken we naar groene grondstoffen dan levert de landbouw binnen de provincie veel reststromen op die je als grondstoffen voor de circulaire economie zou kunnen bezien. Daarnaast zijn er hier veel bouwbedrijven en verwerkingsbedrijven. Die leveren nu nog reststromen, maar iedere afvalstroom of reststroom van nu, is een grondstofstroom van de toekomst. Dat in combinatie met onze ligging, onze uitgangspositie als Flevoland en de mogelijkheden die we hebben aan water en wegen, zorgt ervoor dat wij de kans zien grondstoffenleverancier te worden.”

Om de ontwikkeling in gang te zetten zijn de communities ‘groene grondstoffen’ en ‘gebruikte materialen’ opgezet. Ondernemers met kansrijke ideeën worden uitgenodigd zich hierbij aan te sluiten. Daarnaast is de Circulaire Atlas van Flevoland online gezet op de website omgevingsvisieflevoland.nl. “Die atlas legt op het gebied van gebruikte materialen en grondstoffen het laaghangende fruit bloot. Waar kunnen we echt op ondernemen? Waar liggen er voor ondernemers concrete kansen om nieuwe businessmodellen te bouwen met bestaande reststromen binnen de provincie?” Om ondernemers te betrekken worden er tevens om de twee maanden bijeenkomsten gehouden van het Platform Circulair Flevoland in steeds een andere gemeente. “We nodigen ondernemers, kennisinstellingen, overheden en financiers uit om na te denken of we nieuwe ketens tot stand kunnen brengen met het materiaal dat de ondernemers aandragen.”

Visser gaat bedrijven ook persoonlijk benaderen. “Om ze te vragen actief mee te denken over nieuwe ketens en op hun beurt ook weer nieuwe ondernemers aan te dragen om mee te doen met deze transitie. Uiteindelijk is de enige weg de circulaire weg, want grondstoffen raken op. Als we daarop vooruitlopen kunnen we de businessmodellen werkend krijgen voor de ondernemers.”