Jan Pieter Reijnoudt en Joris Koenraadt (foto: Evelien Fotografie)
Jan Pieter Reijnoudt en Joris Koenraadt (foto: Evelien Fotografie)

Een exoot als de zoete aardappel telen op de polderklei. Hoe kom je erop?
Joris: ‘Ja, dat is vrij uniek. We stopten zeven jaar geleden met de wortelteelt en zochten een ander gewas, waar qua teelt genoeg uitdaging in zat en wat marktpotentie had. Dat werd de zoete aardappel. In Nederland worden wekelijks 300 zeecontainers vol zoete aardappels geïmporteerd, waarom zouden we het hier niet kunnen telen?’

Niet een voor de hand liggende keuze, toch?
Joris: ‘Nee, het is een kostbare teelt, je moet concurreren met een wereldmarkt en er is nog heel weinig ervaring mee in Nederland. In ons land wordt in totaal zo’n 200 hectare geteeld, wij telen daarvan zo’n 30 hectare. Extra lastig is dat de zoete aardappel een risicovolle teelt is, alles moet goed gaan. En dat is ons in zeven jaar nog nooit helemaal gelukt. Elk jaar gebeurt er wel wat, waardoor de oogst iets tegenvalt.’

Toch zagen jullie genoeg kansen om door te gaan
Joris: ‘Uiteraard. Er is veel vraag naar de zoete aardappel, dat maakt het interessant. En het paste in ons teeltplan met de andere gewassen die we hebben. Bovendien is de zoete aardappelteelt van zichzelf heel robuust. Je hebt weinig gewasbeschermingsmiddelen nodig. Dat maakt het gewas heel geschikt om onder het duurzaamheidscertificaat Planet Proof te telen.’

Dat duurzame zetten jullie ook door in de verwerking
Joris: ‘Ja, wij besloten zelf het wassen te gaan doen. Bij andere partijen raakten onze zoete aardappels toch te veel beschadigd, wij wilden dat anders hebben. Nu hebben we een waslijn in eigen huis die dat inderdaad veel beter doet én die ook nog eens duurzaam is.’

En dat is te danken aan MCR Machinery
Jan Pieter: ‘Wij waren bezig met een machine die kwetsbare producten kan wassen en hoorden van de plannen van Koenraadt. De zoete aardappel beschadigt nou eenmaal sneller dan een gewone aardappel. Wij hadden daar een testmachine voor gemaakt die we graag wilden uitproberen. En Koenraadt had daar wel interesse in.’

Waren jullie meteen enthousiast, Joris?
Joris: ‘Nou, toen de machine werd aangezet klonk hij heel ruig. Dus we twijfelden heel eventjes. Maar hij bleek gelukkig juist heel zacht te werken, de zoete aardappels kwamen er zonder kleerscheuren doorheen en hartstikke schoon. Daar waren we heel blij mee.’

Hoe komt dat?
Jan Pieter: ‘Wij gebruiken een grote waterbak, waar de zoete aardappels na de oogst vanuit de kuubskist in wordt gekanteld. In het water rollen ze niet tegen elkaar aan, zodat ze elkaar niet beschadigen. Met een transportband worden ze vervolgens naar de wasserij gebracht, via een kluitenscheider die de kluiten er eerst af haalt. We gebruiken een gaasband, zodat de aardappels van onder en van boven worden schoongespoten. Dat gebeurt twee keer, daarna worden ze nog een keer nagespoeld.’

En waar zit dat duurzame hem dan in?
Jan Pieter: ‘Onder meer in de Undine reinigingstechniek, die veel wordt gebruikt in onder meer slachterijen. Doordat je lucht toevoegt aan het water, heb je veel minder water nodig.
Joris: ‘Het wordt een soort fijne mist, die ook in de poriën van de zoete aardappel komt en daar de bacteriën uitspoelt. Dit zorgt ervoor dat het product veel langer houdbaar wordt. En dat is ook weer duurzaam.’
Jan Pieter: ‘Het water wordt op een temperatuur van 12 tot 15 graden gehouden, het proceswater wordt gefilterd en hergebruikt. Door het hergebruik heb je dus ook minder energie nodig om het water op temperatuur te houden. En je hebt geen groot bassin nodig voor het spoelwater.’

En draait het inmiddels goed?
Jan Pieter: ‘Ja. We hebben de machine wel wat aan moeten passen, bijvoorbeeld omdat de waslijn zo’n 10 ton zoete aardappels per uur moest kunnen verwerken. En we hebben er voor Koenraadt ook nog een sorteerder in de lijn bij geplaatst en nu hij helemaal geïmplementeerd is, draait de waslijn denk ik voor zo’n 95 procent optimaal. Maar het blijft een work in progress, we zijn nog altijd bezig met de puntjes op de i te zetten. Het mooie is wel dat we een tweede versie van deze machine nu hebben verkocht aan een bedrijf in Zwitserland. Er is dus belangstelling voor.’

Joris, jullie doen nog meer inspanningen voor duurzaamheid toch?
Joris: ‘Ja, wij leveren onze zoete aardappels aan supermarkten, maar blijven altijd nog met zo’n 100 tot 150 ton restproduct zitten. Dat zijn aardappels die niet mooi genoeg zijn voor in de winkel. Zonde, daar wilden we wat mee. Met Polderjongens proberen we daar een afzetmarkt voor te vinden. Ons restproduct kan bijvoorbeeld prima worden verwerkt in soepen en sauzen. En we bewaren onze aardappelen op zo’n manier dat de schil dikker wordt en ze langer houdbaar zijn. De energie die daarvoor nodig is komt van een eigen windmolen en onze 1200 zonnepanelen. En de ruggen waar de aardappelen op groeien worden afgedekt met 100 procent biologisch afbreekbare zwarte folie, die onkruid tegenhoudt en de bodem verwarmt. Want de zoete aardappel kan niet tegen kou.’

Een knap staaltje pionieren anno 2024.
Jan Pieter: ‘Voor ons staat de techniek nooit stil. Wij moeten altijd mee met de nieuwste ontwikkelingen, omdat onze klanten daar ook om vragen. Dat is ook juist zo leuk.’
Joris: ‘Ik denk dat de Noordoostpolder nog steeds dé plek is om te pionieren. We hebben hier goede kennis van de landbouw, goeie grond, een goeie agrarische logistiek en een gezonde portie durf. We zijn niet te bang om iets nieuws te proberen, MCR ook niet. En dan kun je maar zo tot hele mooie nieuwe dingen komen.’

Joris Koenraadt (37), Tollebeek. Vormt samen met broer Thijs en ouders Harry en Annet akkerbouwbedrijf Koenraadt aan de Tollebekerweg in Tollebeek. Ze telen pootaardappelen, uien, suikerbieten en tarwe. Zeven jaar geleden kwam daar de zoete aardappel bij. Inmiddels telen ze jaarlijks zo’n 30 hectare van deze exoot, met Polderjongens -gerund door broer Stefan- proberen ze de eigen teelt volledig te vermarkten. Maatschap Koenraadt won begin dit jaar de prijs voor Agrarische Vernieuwer van LTO Noordoostpolder.

Jan Pieter Reijnoudt (35), Marknesse. Is oprichter en eigenaar van MCR Machinery in Marknesse. Dit bedrijf maakt wassystemen voor de voedselverwerkende industrie. Belangrijk uitgangspunt bij hun systemen is dat er weinig water wordt gebruikt, zoals met de Undine reinigingstechniek. Hierbij worden water en lucht onder druk gemengd, waardoor er minder water nodig is. Groenten en fruit worden bovendien veel beter schoon en zijn daardoor langer houdbaar. Voor Koenraadt bouwde MCR Machinery de complete waslijn voor de zoete aardappel.