Een kantoorpandje in het centrum, hectares akkerbouwgrond of je eigen keukentafel: iedereen heeft zijn eigen werkplek. In de rubriek Hier werk ik komt in elke editie van Ondernemer Centraal iemand aan het woord die vertelt waarom zijn werkplek zo uniek is. 

Wie ben je?
‘Ik ben Eva Vriend, 48, woon in Emmeloord en ben schrijver en historicus. Toen ik geschiedenis ging studeren, ben ik de Noordoostpolder uitgegaan, maar later weer teruggekomen. Ik woon samen met mijn vriend en we hebben twee jongens van 11 en 13 jaar. Ik werk aan mijn vierde boek en zit daarvoor in de onderzoeksfase. Naast mijn werk als schrijver geef ik lezingen, schrijfles en heb ik een schrijfgroep in de PI in Lelystad. Ik ben ook freelance afstudeerbegeleider op de school voor Journalistiek in Zwolle.’

Eva Vriend

Hoe ziet jouw werkplek eruit?
‘Onze jongste zoon sliep nog altijd in wat ooit de babykamer was, een vrij kleine kamer. Van die kamer hebben we mijn werkkamer gemaakt. We waren echte lockdownklussers, haha. In de eerste lockdown vorig jaar hebben we de kamers boven omgegooid. Tot die tijd werkte ik op onze slaapkamer, waar ook een bureau stond. Ik wilde heel graag een plekje voor mezelf. De jongens zijn nu naar onze oude slaapkamer verhuisd, met een tussenmuurtje zodat ze allebei een eigen kamer hebben. Mijn vriend en ik hebben nu een slaapkamer en een werkkamer. Hij maakt er sinds de lockdown ook vaak gebruik van nu hij meer thuiswerkt. Maar als ik dan nu bijvoorbeeld op zondagochtend de geest krijg om te gaan schrijven, kan ik me terugtrekken op mijn eigen kamertje. De rest kan dan ongestoord uitslapen.’

Wat maakt de plek waar je werkt uit voor wat je doet?
‘Ik ben heel erg opgeruimd. Ik kan niet werken, denken of schrijven als mijn bureau een zooitje is. Ik vind het heel vervelend als de jongens of mijn vriend daar gaan zitten en rommeltjes laten liggen. Het is echt mijn plek, door de boeken die er staan die ik gebruik voor onderzoek en mapjes voor alle andere werkzaamheden. Verder word ik er omringd door ansichtkaarten en herinneringen van vroeger waar ik waarde aan hecht, zoals tekeningen van de kinderen.’

Wat is onmisbaar op de plek waar je schrijft?
‘Mijn laptop, daar schrijf ik het liefst op. Pen en papier zijn ook belangrijk. Ik heb altijd een notitieboekje en een pen bij me. Dan ligt het boekje weer naast mijn bed, dan gaat het mee in een tas.’

Wordt dat niet saai, alleen maar thuiswerken en schrijven?
‘Een boek schrijven gebeurt overal, niet alleen als ik achter mijn laptop zit. Ik denk dat ik 70 procent van mijn werktijd thuis ben en 30 procent op pad. Ik heb bijvoorbeeld voor mijn nieuwe boek interviews met een aantal ouderen, die zoek ik persoonlijk op. Ik doe ook literatuuronderzoek, soms zit ik dagen in het stadsarchief in Kampen of het gemeentearchief in Enkhuizen. En de laatste tijd loop ik veel rondjes op Schokland, omdat mijn nieuwe boek gaat over hoe het met de Schokkernazaten is gegaan nadat ze het eiland hebben verlaten. Voor het geven van lezingen ben ik trouwens ook telkens op andere plekken. Maar die zijn nu veelal afgezegd. Ik heb wel geprobeerd ze vanuit huis te doen via Teams, maar dat liep niet.’

Hoe luidt de titel van een boek over jouw werkplek?
‘Vol van ruimte! In lezingen benadruk ik altijd de weidsheid en ruimte van de polder. En ik hecht zelf grote waarde aan ruimte om me heen. Mijn werkplek moet ruimte geven in mijn hoofd.’