Kennis van of op z’n minst affiniteit met het bakkersvak, dat is wat de leiding van Goedhart Brood- en Specialiteiten in Emmeloord van medewerkers verlangt. “Ik vertel bewust dat ik in een bakkerij werk, niet in een broodfabriek. En de mensen die hier werken zijn bakkers”, zegt locatiemanager Linda Hoek.
De deur van de bakkerij is vanwege de coronamaatregelen gesloten voor mensen die er niet werken, zelfs de directie komt er niet in. Binnen wordt met inachtneming van de RIVM-richtlijnen doorgewerkt. “We hanteren altijd al een hoog niveau van hygiëne, dus wat dat betreft hoefden we niet veel te veranderen. We moesten ons alleen aanpassen aan de anderhalve meter. Zo hebben we bijvoorbeeld extra kantines ingericht”, vertelt Hoek. De door de crisis veranderende markt vraagt de nodige veerkracht. “Vooral in het begin toen er gehamsterd werd, maar je ziet de markt nu nog op en neer bewegen en daar proberen wij in mee te veren.” Ook onder normale omstandigheden, wordt er in de bakkerij al ‘topsport’ bedreven, prijst directeur Janet Borgesius. De vestiging levert dagelijks vers aan 250 winkels – voornamelijk Poiesz, Coop en Plus – in het noorden en midden van het land. “En dat is veel, vooral als je bedenkt dat iedere keten zijn eigen recepten heeft en je er per winkel wel tachtig moet maken.” De productie varieert bovendien per dag. “Dat heeft alles te maken met onze familiefilosofie: versheid is het belangrijkste ingrediënt van brood.” Om hieraan te voldoen heeft de bakkerij begin dit jaar een vierde productielijn in gebruik genomen. Die vierde lijn is niet de hele week in gebruik. Borgesius: “Omdat we iedere dag vers bakken voor morgen, moeten de lijnen zo breed zijn als de vraag. En die ligt aan het eind van de week hoger dan in het begin van de week”. ’s Morgens voor achten zijn alle bestellingen afgeleverd. “En dan nemen we het brood dat van gisteren is overgebleven weer in en leveren dat af bij de diervoederindustrie. Er wordt dus niets weggegooid.”
125-jarig jubileum
Terwijl de productie gewoon doorgaat, heeft de crisis andere zaken op slot gezet. “Dit is ons jubileumjaar waarvoor we al festiviteiten hadden gepland”, vertelt Borgesius, “Dat valt nu een beetje in duigen, maar dat is geen afstel. We pakken het later weer op.” Janet Borgesius behoort tot de vijfde generatie binnen het familiebedrijf. Haar betovergrootvader Goedhart Borgesius legde in 1895 de basis in Wildervank in Groningen. Het was vervolgens haar grootvader die eind jaren ’60 de huidige koers inzette en voor supermarkten ging bakken. Nadat hij in 1971 een eerste grote bakkerij in Stadskanaal had geopend, volgden er ieder decennium overnames of fusies. Tot de laatste overname in 2016 van Bakkersland, waartoe ook de bakkerij in Emmeloord behoorde. “Dat was een enorme stap voor ons, want Bakkersland was drie keer groter dan wij. Beide bedrijven waren ook heel verschillend. Ons bedrijf was heel plat, zonder hiërarchische lagen, we waren vooral bezig met bakken. Maar Bakkersland was veel professioneler als het gaat om marketing en analyses rondom brood. Het was dus een gouden combinatie om te maken en de samenvoeging zorgde geografisch ook voor een perfecte aansluiting. Wij waren in het noorden de dominante partij en Bakkersland onder de rivieren”. Na de overname is het familieconcern opgesplitst in Borgesius bakkerijen die uitsluitend leveren aan Albert Heijn en Goedhart bakkerijen die leveren aan andere supermarkten. Goedhart biedt een totaal aanbod aan de bakkerijafdeling van de supermarkt met Vers Brood, specialiteiten, gebak en belegd brood.
Bakkersvak
Ondanks de expansie zijn liefde voor het ambacht en het product, volgens Borgesius, altijd leidend geweest voor het bakkersfamiliebedrijf. “Ons doel is de continuïteit van de onderneming waarborgen, daarvoor zullen wij continu moeten verbeteren en blijven innoveren. Maar het ambacht is niet veranderd!” Hoek vult aan: “Qua kwaliteit, versheid en uitstraling kunnen we heel goed concurreren met de warme bakker op de hoek. Maar hoe de consument er tegenaan kijkt heeft ook te maken met een stukje sentiment.” Borgesius voegt toe: “Wij zien de kleine ambachtelijke bakker niet graag uit het straatbeeld verdwijnen. Met elkaar zijn we één branche, we hebben elkaar nodig. Ook om gezamenlijk en wetenschappelijk onderbouwd te blijven promoten hoe gezond brood is”. Om die reden hecht het concern aan het behoud van een bakkersopleiding. Hoek: “Intern hebben we al een slag gemaakt door te kijken naar goede uitzendkrachten die het vak willen leren. Daarnaast zijn er contacten hoe we dat kunnen borgen met een opleiding hier in de buurt.”